Auteur: Roland Vermeylen (B)
Residentie: Festival Novog Cirkusa (Zagreb, HR), 8 > 11 november 2012
Bron: Unpack the Arts (download de volledige pdf van deze residentie)
Sinds 2005 loopt elk jaar in Zagreb het festival ‘Nieuw circus’. Kroatië heeft al een tijdje geen eigen circus meer en ook de recente wetgeving is weinig vriendelijk voor rondtrekkende circussen. We waren dus benieuwd hoe dit ‘festival van nieuw circus’ wel zou kunnen zijn.
Samen met tien Europese journalisten volgden we het tweede deel van dit festival en we wisselden onze beelden en inzichten uit met de Kroatische festivalleider Ivan Kralj, de artiesten en enkele circustheoretici die vooral uit het Franse Hors Les Murs en Circostrada kwamen. Het was boeiend om het circusveld scherper te kunnen verwoorden na het gezamenlijk beleven van een viertal circusproducties. Vooral het samen kunnen reflecteren was verrijkend.
Tot in de zestiger jaren is het Westers circus bijna helemaal in handen van circusfamilies. Je wordt als circuskind geboren en je wordt zo van bij de geboorte voorbestemd. De verwachtingen tussen ouders en kinderen zijn heel helder en gefocust. De rollen en de leerprocessen zijn duidelijk. Je leert en leeft door observatie en dan snel – zonder veel uitstellen – het zelf te “doen” en zo te ondervinden waar precies je talenten liggen. Schrijven, lezen, theoretisch leren en reflecteren met woorden zijn uit den boze en horen bij de burgerwereld.
Begin zeventiger jaren komen dan de eerste niet-familiegebonden, westerse circusartiesten. De eerste Franse circusscholen onder leiding van Pierre Etaix, Annie Fratellini, Sylvia Monfort en Alexis Gruss worden opgericht. In Duitsland ontstaat Circus Roncalli (1976) en in de Verenigde Staten start Big Apple Circus (1977) dat de stichter en ook de bakermat zou worden voor de cliniclowns. In Zwitserland wou Victoria Chaplin de liefde van vader Charlie voor het Zwitserse Circus Knie zelf vertalen in een heel eigen circus. De Franse toneelmaker Jean Baptiste Thierrée voelt dezelfde passie en zo ontstaat in 1971 hun Cirque Bonheur. Samen met hun kinderen Aurélia en James Thierrée wordt het hun Cirque Imaginaire en toen de kinderen het ouderlijk nest verlaten voor hun eigen, overigens erg succesvolle, carrière, wordt het in 1990 hun Cirque Imaginaire. In de tachtiger jaren komen daarnaast steeds meer nieuwe spelers op het internationale circusveld. Pierre Bidon met Archaos en Cirque Plume waren Franse pioniers voor meer theatercircus. In Zwitserland bouwt de familie Muntwyler gestaag aan hun vernieuwend circus Monti en in Canada ziet in 1984 Cirque du Soleil het daglicht. Zij willen het circus opnieuw uitvinden.
Het echtpaar Thierrée-Chaplin is dit jaar, ook al is het meer dan twintig jaar trekkend met deze show, geprogrammeerd. Het programmeren van hun Cirque Invisible is dus meer een hommage aan hun historische, succesvolle vernieuwingsdrang. Hun show gaat nog steeds terug naar het klassieke circus: een reeks acts zonder écht verhaal, respectvol samenwerken met dieren, en een vrolijk spektakel waar de vermenging van transformatie, magie en clownerie een optimistisch, eindeloos verhaal aan elkaar rijgt. Je ziet er twee archetypes naast elkaar: de wijze, zichzelf relativerende, oude clown naast de strengere, excellerende, immer zoekende vrouw. Hun duurzaam liefdesverhaal verbindt dan uiteindelijk alles aan elkaar. Het is klassiek circus dat brengt wat je ervan verwacht. Directief en volgens de regels van de kunst. Het geeft verwondering en optimisme. Sterk is het tijdloze van hun Invisible. Dat maakt het ook zo boeiend. Er was een duidelijke consensus bij het heel tevreden publiek. En je ziet ook hoe het echtpaar hun pioniersdynamiek heeft kunnen vertalen in een blijvend, slim en gedragen, alledaags werken en optreden. Hun “emerging-creatief” proces is weer meer script en productiegebonden geworden.
De nu 33-jarige festivalleider Ivan Kralj kijkt me aan met heel open ogen. “Ik probeer te brengen wat ik zie op de circusscène. Zo kies ik elk jaar een thema van binnenuit. Dit jaar staat de nieuwe magie op het programma. En op het einde van het eerste festival stond ook een magieproductie. Zo sluiten we dit jaar de cirkel en wil ik met heel open vizier kijken waar we nu staan. Ik wil vele stijlen verbinden. Ook met de artiesten wil ik in een vriendschappelijke relatie samenwerken. Ik probeer ook goed mijn publiek te kennen. Niet zozeer hun verwachtingen maar eerder wie ze zijn en van waar komt nu hun interesse voor mijn eigenzinnige definitie van “nieuw circus”. Zo weet ik dat het vooral jonge vrouwen zijn die vaak hun partners meebrengen. Ze gaan niet naar theater of dansvoorstellingen. Het is dus een heel bepaalde en vooral kleine niche die naar hier komt en ons festival trouw blijft. Dit geldt ook voor de sponsoring waar het vooral vele, kleine sponsoren zijn die ons festival mee maken.”
Ivan houdt ook van statements maken. “In heel Zagreb is er geen enkele theaterzaal die deze Cirque Invisible kan huisvesten. We moeten daarvoor naar het kleine Sloveense stadje Murska Sobota met zijn tienduizend inwoners. We hebben dus bussen van het grote Zagreb ingelegd naar dit kleine stadje. Mijn boodschap is duidelijk. Als jongere bots ik vaak met sommige gevestigde structuren. Ik probeer met humor en creatieve oplossingen mijn boodschap én programmering toch rond te maken. Alle obstakels maken me creatiever én mijn publiek volgt me.”
Naast een van de ‘oudste’ pioniers van nieuw circus zagen we ook twee puur experimentele performances die passen in de zoektocht naar nieuwe magie: Gravitation van het Franse collectief 14.20 met Raphael Navarro en Clément Debailleul als échte pionniers én daarnaast Nopeussokeus (Fins voor Speed blindness) van de Fin Kalle Hakkainen. Nu krijgen we wel telkens een verhaal dat repetitief op één thema doorgaat. Bij Gravitation zie je hoe de Franse jongleur François Chat met zijn houten stok danst en het geheel tot leven brengt. In Speed blindness vermengt Kalle filmbeelden met life expressions. We zien zijn belevingswereld wanneer een auto en zijn chauffeur in een ongeval terechtkomen en allerlei vreemde objecten het lichaam van de chauffeur binnendringen. Kalle wou expressie geven van hoe slachtoffers bij een ongeval vaak het gebeuren net als op een film volgen. De link tussen lichaamsexpressie en filmbeelden lag dus voor de hand. Kalle als magician én videoartiest kon hierbij een heel open ruimte gebruiken. Van de twee producties die videobeelden gebruikten was deze met de Fin Kalle het meest geslaagd. Bij het doorvragen van de twee productiegroepen bleek hoe experimenteel het geheel wel was. Ze waren beiden nog volop aan het uitzoeken wat hun nieuwere technieken nu wel goed kon ondersteunen. Het bleef wel experimenteel en de emotionele boodschap bleef voor mij ondergesneeuwd. De komende jaren zullen deze technieken steeds verder evolueren zodat deze twee producties nu reeds, hoe vreemd ook, écht gedateerd zijn. Overigens is Cirque du Soleil in zijn Las Vegas productie Ka (2004) van filmmaker Robert Lepage al veel verder gegaan met het gebruik van magische filmbeelden en effecten in een ruimere circusproductie. Maar het blijven interessante experimenten die op hun beurt vernieuwende impulsen aan de circuskunst kunnen geven.
Naast deze twee experimentele producties kwam L’Autre met de Italiaan Claudio Stellato en zijn Belgische partner Martin Firket. Claudio sluit aan bij het eeuwenoud gegeven dat circus een levenswijze is. Circus is vooral doen, uitproberen, lichamelijk-niet verbaal, een groeiproces met publiek. Circus is al heel lang een lerend systeem dat circusmensen reeds toepasten lang voor het wetenschappelijk gedefinieerde begrip lerende organisatie werd uitgevonden.
Claudio: “Ik voel me dichtst bij de circuswereld. Daar is vaak een heel goede ambiance waar we elkaar goed en complexloos kunnen ontmoeten. De danswereld is toch zo droog, serieus en heel apart op zichzelf betrokken. Laat ons toch nederig blijven, het gaat toch maar over een performantie. Ik ben méér een paljazzo, een clown. Ik heb geen techniek op zich. Ik vertrek van mijn eigen research die ik in vele situaties en met verscheiden groepen continu toets. Ik bouw zo gedurende drie jaar mijn verhaal op.”
Hij is gefascineerd door één thema: het ontmoeten van andere mensen. Drie jaar lang bouwde hij aan zijn expressie van dit wonderlijk levend gebeuren. Hij zoekt het vooral in bijna dansend bewegen met objecten, met en in een kleine én grote kast. Zijn magie is helemaal niet te voorspellen en zorgt zo voor een blijvende verwondering. Lang nadat we de zaal hebben verlaten, zindert de voorstelling nog na. Ook onze ontmoeting met Claudio tijdens het persgesprek laat zo lang zijn sporen na. Ik heb het er moeilijk mee om L’Autre van Stellato circus te noemen. Het is visuele bewegingskunst. Net als de Fin Kalle wil hij niet precies in een vast kader worden ondergedompeld. “Ik probeer dingen en een thema uit met mijn lichaam,” zo besluit Claudio zijn verhaal.
Zagreb bracht ons een verrassend festival. We kwamen in aanraking met nieuwe magievormen. Het festival is een soort “teaser”, een soort proeven aan vernieuwingen in het hele circusveld en in de magie in het bijzonder. Door le Cirque Invisible te programmeren reikt het festival de bezoeker een soort anker als meetmoment aan. De vraag waar we veertig jaar later nu staan met magie en breder nog circus, wordt daardoor concreter, specifieker en vooral tastbaarder. Daardoor blijft het Zagreb festival een heel klein publiek aanspreken van ingewijden en zoekers naar vernieuwingen. Op zich helemaal niet erg en vooral boeiend om dat met collegae te ontdekken en te beleven.
Maar de toch arrogante titel van exclusief nieuw hedendaags circus maakt ook de valkuilen bewuster. In de jaren 1860 werd het begrip “nouveau cirque” ook reeds als uitgangsbord gebruikt. Nu wordt het gehanteerd als een soort ideologie met alle indoctrinaties en zelfs intimidaties van dienst erbij. Intellectuelen buiten de circuskunst willen nu bepalen wat écht circus is en wat niet. Ze willen vooral het creatief-bovendrijvende als nieuwe kracht zien voor hun “cirque contemporain”. Zij bepalen wie waardig is om binnen hun normen voor vol te worden aanzien. Maar op die manier worden ze weer even dwingend directief en strikt script en regelgebonden als het klassiek circus in de zestiger jaren. Op die manier sluit de cirkel zich weer.
De groepen die we in Zagreb aan het werk zagen, waren evenzeer door het nomadisme aan getrokken als de meest fervente circuspatriarch. Het rebelse, het willen deviant zijn, het zorgen voor een heel eigen context, het willen overleven en toch authentiek zichzelf worden zit evenzeer bij deze artiesten.
Het grote publiek wil deze associaties en verbindingen blijven waarnemen. Door een zeer expliciet stellen van het anders-zijn van deze artiesten wordt de continuïteit deels verbroken. De verwachtingen liggen anders. Daarnaast is circus is ook in de meest ruime zin van het woord “showbusiness”. Het economische is hier erg ver uitgewist en ondergesneeuwd. Sponsoring plus subsidies moeten dit opvangen. Maar deze laatsten blijven maar komen als er een nieuw, groot publiek ontstaat. En in die begrenzing door het economische kan ook échte creativiteit tot stand komen. Dat bewijzen andere hedendaagse circussen zoals het Zwitserse Monti elk jaar opnieuw. Het publiek wil bij veranderingen dus ook de link met het vroegere zien naast nieuwe ideeën en veranderingen. Het publiek dient mee betrokken te worden in deze transformatie.
Nieuw circus is een te vaag begrip. Eigenlijk is het een dooddoener en een competitie uitlokkend verhaal. Het is voor mij een eeuwige slinger tussen klassiek en vernieuwend. En in alle bewegingen heb je goed en ronduit slecht circus. In Zagreb zagen we tweemaal goed circus en tweemaal pure experimenten. Het was voor mij niet duidelijk of het publiek dit op voorhand wist. Of ook niet wist in de voorbije jaren en zo, wellicht wat teleurgesteld en met blijvende, onvervulde honger, niet meer op het jaarlijks appel komt…
Klassiek circus is sterk in marketing en in het bewegen van het grote publiek naar de tent. Door het wegvallen van eigen Kroatisch circus zijn waarschijnlijk de verwachtingen in Kroatië rond circus heel vaag en onduidelijk geworden. Wellicht zit er voor het festival en zijn aansluitend circuscentrum nu een pedagogische en marketingopdracht om hedendaags circus opnieuw te verkopen en zo zijn verdiende plaats op de kunstmarkt te geven.
Het bespelen van een jaarthema, zoals dit jaar de nieuwe magie, heeft heel wat nieuwswaarde. Maar dit is blijkbaar niet voldoende om voldoende publiek uit zijn zetel te lokken. En daarvoor doen én organisatoren én artiesten toch al deze inspanningen. Het programma verdiende veel meer publiek dan wat er was. Om die tekorten effectief te kunnen corrigeren, is een open geest en generositeit nodig om bij het klassiek circus ook daarvoor te rade te gaan en onbevooroordeeld te zien hoe hedendaags circus daar wordt ingevuld. Ik denk alleen al aan het Finse circuslandschap waar het klassieke, zeer goed draaiende Finlandia nu onder leiding van de jonge zoon Carl Johan Jernström de helft van zijn programma vult met jonge, Finse circusprofessionelen die uit diverse Europese, Canadese én Russisch-Oekraïense circusscholen komen. Op circusfestivals in Finland tref je dan ook evenzeer het klassiekere Finlandia aan naast nieuwere, meer theatrale circusvormen.
In elk geval zou ik een preciezere titel van het festival zoeken om zo het nieuwe pedagogisch en artistiek ontmoeten scherper aan te kondigen. En wellicht kan zo Ivan Kralj zich losser opstellen van de Franse invloed die hij zelf reeds als té dominant en té overheersend aanvoelt.
Na zeven à acht jaar is steeds weer een levenscyclus voleindigd. Ivan is nu met zijn vriendenequipe zover. Door samen even een rustpunt in te bouwen, zijn eerste reeks van acht festivals tijdelijk stop te zetten en niet meer zomaar te downloaden wat zij gewoon zijn, kunnen er nieuwe bovendrijvers komen. Dan is zijn festival weer opnieuw een echte “emerging art form”.
Nu loopt hij wellicht te veel in het spoor van sommigen die deze circuscultuur willen koloniseren en intellectualiseren. Men wil van buitenaf de circuswereld beheersen en bepalen hoe de circusartiest van morgen moet zijn. Zo wordt de diversiteit die steeds maar groeiend is in het circusveld afgesloten van zijn eigen rijkdom. Waardeer ze, geniet ervan, hou open mind en beoordeel niet zomaar wat goed en slecht is. Anders ontstaat er fragmentatie en dat is zeker ook niet te rijmen met “emerging-creatief”. Laat ons de rijkdom van de diversiteit verder waarderend bekijken en dan komen er vanzelf opnieuw creatieve bruggen tussen klassiek en meer theatraal circus. Anders blijft het een gevecht van uitsluiten en verarmende exclusiviteit.
Dit Zagreb-festival met deze jonge, gedreven leider met zijn heel open mind kan dus nog véél betekenen in het internationale circuslandschap. We wensen het Ivan Kralj dan ook van harte om zo zijn inspanningen terecht verder te verzilveren én duurzaam te verankeren.
>> Lees alle artikels van Unpack the Arts
>> This project has been funded with support from the European Commission. This communication reflects the views only of the author, and the Commission cannot be held responsible for any use which may be made of the information contained therein.