>> Recensie geschreven n.a.v. de workshop circuskritiek georganiseerd door Circuscentrum in oktober en november 2015
>> Auteur: Tom Permentier
>> Voor overname artikel: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
Waar dient circus voor? Als circus al een doel heeft, is het misschien dat het een parallel universum schept waarin afwijkend gedrag de norm is. Er gelden andere wetten dan in de dagdagelijkse realiteit. Maar wie getuige is van deze aparte wereld, kan ook leren over zijn eigen wereld. Het Franse gezelschap Baro d’Evel speelt op deze gedachte in met zijn jongste voorstelling ‘Bestias’.
Wie de tent van Baro d’Evel wil binnengaan, moet daartoe een hele weg afleggen door gangen vol primitieve afbeeldingen. De overgang naar de andere werkelijkheid wordt hierdoor extra in de verf gezet. De setting van ‘Bestias’ is een ronde piste met twee ingangen die als goals op een voetbalveld tegenover elkaar staan. Een mechanisch pijporgel speelt een duistere bourdon. Het eerste personage doemt op uit de rook.
Het is een mystiek en surrealistisch beeld, het paard dat de scène oversteekt. Het wordt gevolgd door een ekster, een man, een vrouw en een kind. In deze wereld zijn ze elkaars gelijke. Net zoals circus, dans en theater elkaars gelijke zijn. Of klank en beeld. Nog meer mensen doen hun intrede. Als ze spreken, lijken hun woorden verdacht existentieel. Als ze dansen, lijkt het op een oeroud, warmbloedig ritueel uit een nog onontdekt continent. Soms is het niet duidelijk of de mens het dier temt, of het dier de mens. Het onlogische wordt logisch.
Vaagheid is de grootste troef in de bonte droomwereld van Baro d’Evel. Het sjamanisme in hun dans bekent geen kleur, maar spreekt een beeldtaal die boven haar Afrikaanse, Andaloesische of God weet welke andere invloeden staat. Een man die absurde onderhandelingen voert met een ekster lijkt dan weer een archetypische versie van de Amerikaanse zakenman te zijn. En een kokette, mondaine vrouw die binnenstrompelt alsof ze net haar eerste absint binnen heeft, zou zo uit de bordelen van Parijs kunnen komen. Het knappe aan ‘Bestias’ is dat elke toeschouwer zijn eigen interpretatie kan geven aan de verscheidenheid van personages en handelingen. Er wordt je als kijker geen centrale gedachte opgelegd, waardoor je in feite zelf de eindregie van het verhaal hebt. Een verhaal dat begint in de piste en wordt voltooid in je hoofd.
Om dit te bereiken gieten de artiesten affectieve acrobatie, bedwelmende muziek en filmische beelden in een continuüm met een uitgebalanceerde spanningsboog. De filosofische overpeinzingen van de acteurs, die weliswaar soms blijven hangen op het niveau van gelukskoekjes, zijn met voldoende humor gebracht. De boodschap relativeert zichzelf voor ze hoogdravend kan worden. Het is dan ook niet moeilijk om de wetmatigheden van deze alternatieve wereld aan te nemen, en het leidt tot wonderlijk spektakel. Laat verwondering nu net zijn, wat circus in déze wereld zo belangrijk maakt.