>> Recensie geschreven n.a.v. de workshop circuskritiek georganiseerd door Circuscentrum in oktober en november 2015
>> Auteur: Anne Schaap
>> Voor overname artikel: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
“Iron ring, rubber band, hair…”. Op monotone toon verklaren de vrouwen van Capilotractées wat ze nodig hebben om jezelf aan je haar op te hangen. Toch maakt juist deze verklaring de ongebruikelijke “haarhang”-kunst nog bizarder dan zij al is.
Twee jonge ingetogen vrouwen (Sanja Kosonen en Elice Abonce Muhonen) verwelkomen ons met een zachte stem in overduidelijk buitenlands-Nederlands om vervolgens met fragiel gitaarspel hun voorstelling te openen. Dat de vrouwen bij lange na niet kwetsbaar zijn blijkt uit het uur dat volgt.
Wat er volgt is een opeenvolging van acht losse, tot in de puntjes afgemaakte acts. Acts die stuk voor stuk aan het onmogelijke grenzen. Deze kenaus hebben niet alleen haar op hun hoofd, ook op hun tanden, dat moge direct duidelijk zijn.
In Capilotractées beland je in scènes waarin vrouwen slingeren aan hun eigen haar, of zelfs dat van elkaar. Er wordt op het koord gedanst, waarbij het kapsel van de één het dansen van de ander faciliteert. De vrouwen spelen met zwaartekracht en evenwicht, ze laten niks onbenut. Hoeveel kan haar aan? Je kan het op de vrouw of het haar betrekken, de kunsten zijn mateloos intrigerend totdat zelfs je eigen hoofdhuid ervan gloeit.
De vrouwen nemen elk besluit bewust en actief, met een perfecte precisie, daarmee wetende wat de ander op dat moment doet. Ze maken de beelden die ze fysiek scheppen, af tot in de details. Dat doen ze door deze beelden met hun hele lichaam, gezicht, handen of voeten te ondersteunen. Iets dat niet sierlijk is, wordt ook niet sierlijk gemaakt. Het hangen aan je haar vergt geen gespitste voeten en tenen, maar juist gehoekte. En het trekt het beeld in het absurde door toch nog lichtjes te glimlachen.
Dit circus heeft geen sterke man, maar sterke vrouwen. Zo neemt de een als sierlijke ballerina haar kompane op de schouders en blijft daarbij op de tenen dansen. Diezelfde vrouwen kermen tot in het absurde bij het uitkammen van hun haardos. Om dan even later zonder een gezicht te vertrekken datzelfde haar te verbinden met een haak om zichzelf daarmee op te takelen en lichtjes schommelend in de lucht te bewegen.
De voorstelling Capilotractées is in lijn met andere circusvoorstellingen uit het noorden. Een voorstelling met een traditionele opzet van losse acts, maar met gebruik van een in het uiterste doorgetrokken absurditeit. Daarnaast een voorstelling met heel veel attributen op het podium waarbij de overgang tussen de acts tot een zichtbare choreografie met deze attributen gemaakt wordt. Overgangen die zeker eenzelfde tijd innemen als die van de daadwerkelijke acts zelf. De genoemde elementen komen onder andere terug bij noorderlingen zoals Ünderman (Cirkus Cirkör) of Super Sunday (Race Horse Company).
Capilotracteés geeft een absurd totaalbeeld waarin rariteiten en de beheersing daarvan de boventoon voeren. Van fragiele precisie tot woeste rock. Het lijkt er met de haren bij gesleept, toch hoort het zo, niet anders. Dat hebben de vrouwen goed aangevoeld.