Dat de circuswereld bulkt van de familiebanden, is een historisch feit dat vandaag nog steeds geldt. CircusMagazine zoekt boeiende bloedverwanten op en haalt ze voor de lens. In deze editie: Sander en Jordaan De Cuyper, circusartiesten bij Cie Ea Eo en Cie Pol & Freddy.
Sander (38): “Je zou het nu niet zeggen, maar ik was vroeger een pestkop.”
Jordaan (34): “Sander was echt een pestkop.”
Sander: “Op school, maar ook thuis. En daar had ik het perfecte slachtoffer: m’n vier jaar jongere broertje met bewijsdrang. En hij stotterde. Telkens wanneer hij zich boos maakte, verergerde dat en lachte ik er nog meer mee.”
Jordaan: “Ik was soms zodanig kwaad dat ik echt dacht: ‘Nu ga ik met mijn blote vuisten op zijn gezicht slaan.’ Maar vanaf je dat probeert, weert hij je natuurlijk met alle gemak af. Pijnlijk.”
Sander: “Ik weet niet of het toeval was – waarschijnlijk wel – maar vanaf ik op internaat zat, is Jordaan gestopt met stotteren.”
***
Jordaan: “We zijn ongeveer op hetzelfde moment beginnen jongleren, maar niet samen.”
Sander: “Wanneer je 18 bent en je kleine broertje 14, wil je er vooral zo weinig mogelijk mee te maken hebben. Naarmate je ouder wordt, worden die verschillen kleiner. Dat hebben we echt gevoeld.”
Jordaan: “Toen ik rond mijn twintigste terugkwam na een jaar Vietnam, had Sander een coole stijl ontwikkeld met kegels. Ik ben dan ook met kegels gestart en we zijn beginnen samenwerken in Cirq’ulation Locale.”
Sander: “Vanaf dan begonnen we echt overeen te komen als broers. Een zalige periode. We namen schaamteloos jongleertrucs van elkaar over en ontwikkelden een gezamenlijke stijl. Met andere, zelfs goed bevriende jongleurs ligt dat allemaal veel gevoeliger.”
Jordaan: “Ik heb inderdaad ik-weet-niet-hoeveel van jou gepikt. Jij vond dat allemaal niet erg.”
***
Sander: “Als we veel optreden, is het logisch dat we elkaar vaak zien en zijn we fel bezig met elkaars leven. Maar toch zijn er ook periodes van volledige radiostilte. Na een tournee of creatieperiode gebeurt het dat we een paar maand niets van elkaar horen. Zonder dat dan problematisch is of zo.”
Jordaan: “Het is wel zo dat als we elkaar een week niet gezien hebben, ik wel benieuwd ben naar wat je gedaan hebt.”
Sander: “We hebben al veel samengewerkt, maar nu met het nieuwe project (De Cuyper vs. De Cuyper, voorstelling voor 2020, red.) is het de eerste keer dat we zo één op één werken, en dan nog met ons broederschap en de bijhorende competitie als insteek. Als de show goed draait, zullen we elkaar meer zien dan ooit. We zullen goed moeten bewaken dat het oké blijft tussen ons.”
Jordaan: “Ik denk niet dat dat een probleem is. Ik heb nog nooit boel gehad met iemand. En jij ook niet, hé.”
***
Sander: “We komen uit een sociaal nest. Onze beide ouders werken in de sociale sector. Ergens sijpelt dat wel door, merken we meer en meer.”
Jordaan: “We zijn meer sociaal geëngageerd dan we zouden willen.”
Sander: “De goesting om hier en daar bij te springen is er met de paplepel ingegeven. Ook naar elkaar toe. Als je echt een shitty job te doen hebt, ga je rapper je broer bellen dan je beste maat.”
Jordaan: “We hebben al veel shitty jobs voor elkaar gedaan.”
Sander: “Op dat vlak zijn we echt wel goeie broers.”
>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #58 (maart 2019) // Auteur: Maarten Verhelst – Foto: Bart Grietens // Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.