>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #37 (december 2013). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Lene Van Langenhove
Les Krilati behoort duidelijk tot de categorie gezelschappen die verhalende circuscreaties maken. Het scènebeeld van ‘Racines’ is dan ook indrukwekkend: een gigantische boom beslaat bijna het hele podium. De voorstelling vangt aan in het schemerduister, de radio ruist, deze plaats lijkt ver van de bewoonde wereld.
We zien een man op een veldbed in wat lijkt op een geïmproviseerd kamp. Hij verwarmt voedsel uit blik boven een vuurtje, draagt een lange, groene jas en lijkt over een ijzeren discipline te beschikken, getuige de ordelijk gestapelde houtblokken. Maar dan duikt plots een jong koppeltje op, dat zijn solitaire bestaan verstoort. Dat is uiteraard niet naar de zin van de norse man, overigens een boom van een vent, en de jongen en het meisje trekken zich angstig terug. Tot nog iemand opduikt: een kleine maar dappere macho.
Wat volgt is een soort afbakening van het territorium aan de hand van circuskunsten: de norse man maakt indruk met zijn jongleerkunsten, de macho doet handenstand op een bijl, het meisje doet een paar radslagen. Alleen de jongen lijkt het kneusje te zijn, en slaat een kreet telkens hij in de buurt komt van de norse man. Uiteindelijk appreciëren ze toch elkaars gezelschap en er volgt een diner bij kaarslicht en zelfs geflirt, wat dan weer voor de nodige spanningen zorgt. Onder die boom wordt het beeld geschetst van bohemiens, ontwortelde mensen, die elkaar al snel als familie beschouwen. Er wordt verder gespeeld, gestunt en gedold, waarbij de reusachtige boom handig dienstdoet als klimpaal en frame voor de trapeze en het touw. Uiteindelijk wordt de boom een mast en heffen de drie het zeil, op naar andere oorden, en vinden we de man terug op de plek waar hij voor hun komst zat: in zijn schuiloord, met zijn vis in een bokaal.
Een woordeloos verhaal, gebracht door vrij goede vertolkers, ook al zijn hun personages eerder stereotiep. Het is allemaal heel duidelijk en vrij braaf, maar het werkt wel, je blijft min of meer geboeid door wat zich afspeelt op scène. Er is voldoende variatie in technieken: de Chinese mast, main-à-main,… en er is ook ruimte voor rustige stukken. De humor is pure slapstick maar het wordt op een ontwapenend eerlijke manier gebracht zodat je niet anders kan dan lachen. Jammer dat de muziek nogal een kakofonie is en soms te luid staat.
Het fijne aan deze zaalvoorstelling is dat het een bepaald soort intimiteit weet te creëren. Je hebt het gevoel dat je dicht bij de artiesten zit, en hun lichamelijkheid goed kan bewonderen. Doordat de personages menselijke trekjes hebben – hun emoties gaan van kwaad naar verdrietig en liefdevol – ogen hun daden spectaculairder. De reacties uit het publiek versterken die ervaring nog. Maar het knapste aan ‘Racines’ is toch het decor: het bepaalt – samen met de lampjes, de transistorradio en de grote juten zakken – de sfeer, maar beïnvloedt ook de bewegingen van de artiesten. Het roept een beeld op dat we maar al te vaak associëren met circusartiesten: de gezellige bende anarchisten. Ook al is dat een cliché zo hoog als een huis, in donkere tijden kan een modern sprookje als dit er wel mee door.