>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #30 (maart 2012). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
Pieter Slachmuylders en Lauren Janssens ontdekten circus via Steinerschool De Es in Antwerpen. Ze zijn bezeten door de diabolo en brengen – als God het belieft – een eerste versie van hun show op de Young Talent Night van het Atlas Festival.
Circusatelier: Ell Circo d’ell Fuego (via De Es)
Productiegroep: Duobolo
Artiesten: Pieter Slachmuylders (17), Lauren Janssens (17)
Begeleiders: Arno Wauters, Bert Beyens
Coach: Roberto Magro
Waarover gaat de voorstelling?
“We leven eerst met het idee dat er zich een spiegel tussen ons in bevindt. Langzamerhand ontdekken we kleine verschillen die steeds groter en groter worden.”
Hoe lang werken jullie er al aan?
“Aan de voorstelling zelf moeten we nog beginnen. Maar we trainen al enkele jaren op de trucs die erin zullen komen.”
Hoe zijn jullie bij Roberto Magro terechtgekomen, toch een grote naam in de circuswereld?
“We leerden hem kennen op het productieweekend (artistieke coaching voor productiegroepen, georganiseerd door het Circuscentrum, red.). Het was zeer interessant om met hem te werken. Hij liet ons dingen doen waar we nooit zouden opkomen, maar die wel goed zijn om dieper na te denken over je act. Zo moesten we een routine van een kleine minuut achterstevoren doen, dat geeft je dan een heel andere kijk op dat stukje van je act… Hij zag potentieel in ons en ziet het zitten om onze act te coachen.”
Hoe leven jullie naar de première toe?
“Niet over nadenken!”
Wat is jullie groepsritueel?
“Voor de show: naar elkaar kijken, knikken en opkomen.”
Hoe klinkt jullie groepskreet?
“Wij zijn eigenlijk niet zo’n gillers.”
Wat vinden jullie van de begeleiders, Arno Wauters en Bert Beyens?
“Maf! Nee, ze zijn altijd bereid ons te helpen en ze hebben ook geweldige beschrijvingen over onze act, hoe we er een heerlijke saus met lamsvlees en scampi van zouden kunnen maken.”
Wat is circus voor jullie?
“Eindeloze creativiteit! Bij diabolo kun je nieuwe dingen blijven ontdekken en verzinnen, daar komt geen einde aan.”
Is circus jullie hobby, je passie of je leven?
Pieter: “Eerst was het een hobby, dat werd snel een passie, en het zal altijd een deel van mijn leven blijven.”
Lauren: “Het is begonnen als hobby, dan is het een passie geworden en wat komt zal wel komen…”
Waarom circus en niet korfbal?
“Bij korfbal is maar één bal toegestaan, in circus zijn dat er oneindig.”
Wat vindt jullie familie van jullie circusbezigheden?
Lauren: “Zolang we het buiten doen, vinden ze het oké! En natuurlijk vinden ze het ook heel erg knap.”
Pieter: “Ik mag zelfs niet meer in onze tuin oefenen. Omdat ik altijd op dezelfde plaats stond, was al het gras daar weg…”
Hoe voelde het eerste applaus dat jullie kregen?
“Onverwacht overweldigend. We waren toen 13 jaar en konden juist met twee diabolo’s spelen. We traden met ons schoolcircus Estropov voor de eerste keer op met onze act en het publiek stond net niet op zijn kop.”
Wat is jullie mooiste podiummoment?
Pieter: “De zotste truc die ik al op het podium gedaan heb, en dat is onder vier diabolo’s een pirouette draaien!”
Lauren: “Een foutloze act hebben, waarbij het publiek helemaal mee is.”
In welke zaal of op welk festival willen jullie graag eens optreden?
Pieter: “De bangelijkste plaats of festival om op te treden lijkt mij Cirque de Demain. Maar dat zou ik sowieso niet durven, dan plas ik gegarandeerd in mijn broek!”
Lauren: “Optreden zelf is het leuke, dat hoeft voor mij niet per se voor 10.000 man te zijn. Zolang het publiek maar enthousiast is.”
Naar welke circusartiesten kijken jullie op en waarom?
“Wes Peden en Eric Longequel, omwille van hun ongelofelijke jongleerstijl.”
Waar willen jullie over vijf jaar staan?
Pieter: “Diabolo is iets wat ik zeker over vijf jaar nog wil doen, en hopelijk ook nog over 20 jaar.”
Lauren: “Als ik besluit om verder te gaan studeren, dan hoop ik er mijn geld mee te kunnen verdienen. Een fijnere manier bestaat er niet om aan de kost te komen. Maar kies ik voor iets anders, dan hoop ik me te blijven amuseren met jongleren.”
Wat zouden jullie doen zonder circus?
“Awel, korfbal natuurlijk!”