>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #30 (maart 2012). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: André De Poorter
Een wandelende – en regelmatig in Gent rondfietsende – encyclopedie als het over de Belgische circusgeschiedenis gaat, zo kan je André De Poorter in een paar woorden omschrijven. Vandaag haalt hij een religieus aspect van ons circusverleden vanonder het stof.
Met Pasen in het vooruitzicht dacht ik eraan dat vroeger op de kermissen vertoningen van het passiespel heel populair waren. Het is bijna niet te geloven dat dergelijke spektakels ooit als kermisamusement werden beschouwd, en nochtans het is zo.
Vanaf 1845 verschenen op de Belgische foren theaters en circussen die het lijdensverhaal van Christus vertoonden, soms als onderdeel van een variétéprogramma. Zo sloot het Cirque Belge van het duo Cigna-Clepkens, in 1849, zijn voorstellingen met rijvaardigheden af met ‘La Passion de Notre Seigneur’. Einde 19de eeuw toerde de familie Deraes onder de naam ‘Théâtre de la Passion’ alhoewel de naam de lading niet dekte, want na de pauze werd een pantomime vertoond. Het gewijde en het wereldse gingen bij Deraes perfect samen.
Religieus spektakel
De latere circusuitbater Alphonse De Jonghe bood vanaf 1890 in zijn ‘Théâtre de la Passion’ een religieus spektakel van hoog niveau, dat alle andere theaters van dat genre in de schaduw stelde. Toen de belangstelling voor dit genre van vermaak begon te slinken, schakelde De Jonghe met succes over naar circus.
In de jaren 1935-1937 greep Circus De Jonghe naar die oude traditie terug door regelmatig de voorstelling ‘Levende tafereelen der Passie’ te brengen. Dat gebeurde onder meer in Ronse, Lier, Brugge en Dendermonde. Het betrof een uitbeelding in 15 delen, beginnend met ‘Christus en de Samaritaanse vrouw’ en eindigend bij ‘De neerlegging in ’t graf’ en ‘De verrijzenis’. Deze uitbeeldingen, op een draaiende piste, kwamen na de pauze, als sluitstuk van het programma.
Ook de familie Libot runde vanaf 1893 een ‘Théâtre de la Passion’, vooraleer in 1896 een circus op te starten. Het programma bevatte evenwel ook acrobatie en clownerie.
Voor de Eerste Wereldoorlog hadden nogal wat circusjes in Vlaanderen de gewoonte om, naast hun voorstellingen op de kermis, ook een evocatie te brengen van het passieverhaal. Dat gebeurde vooral tijdens de advent- en vastentijd. Een voorbeeld daarvan was het Cirque Variété van het duo Demeyer-Minnaert. Meestal gingen die vertoningen door in hun tent en dat nadat ze al enkele dagen circusspektakels hadden gebracht.
Rodeo met Christus
Na de Tweede Wereldoorlog was Circus Weduwe A. Semay het enige dat het Passieverhaal nog eens programmeerde. Dat gebeurde tijdens de vastentijd 1956, in samenwerking met de Norbertijnen van de abdij van Grimbergen en ten voordele van de missies. Scheldedichter Bert Peleman schreef het verhaal en had er circuselementen in verwerkt, zodat de artiesten ook hun acrobatische talenten konden demonstreren. Het schouwspel deed een beetje denken aan de pantomimes van weleer. Er waren dagelijks voorstellingen, eerst in Brabant en dan in de rest van Vlaanderen. Het passiespel vulde het tweede deel van de show.
Als gevolg van het succes werd vanaf de volgende adventtijd tot Driekoningen 1957 het totaalspektakel ‘Van Kribbe tot Kruis’ voorgesteld, met in het eerste deel het kerstverhaal, in het tweede deel het lijdensverhaal en met als schakel tussen de twee delen, de triomfantelijke intocht van Christus te Jeruzalem.
Voor het Passiespel werden bij Circus Wed. A. Semay ook dieren ingezet, waaronder de prachthengst Impérial en een ezel. Maar het verliep niet altijd als voorzien. Een zekere keer slingerde de hengst Maria-Magdalena van zijn rug, en de ezel maakte zich op een namiddag onmogelijk door met Christus op zijn rug een ware rodeo uit te voeren. Het minst moeite had men met het witte paaslammetje dat zich steeds zacht blatend in de armen van het jongste dochtertje van de artiesten Bizarros, de piste liet indragen. Dikwijls brak een spontaan applaus los dat versmolt in het jubelend Alleluia van Händel als slot van dit schouwspel.