>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #48 (september 2016). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteurs: Tina Dekens & John Ellingsworth. Vertaling: Ape-Translations
In de documentaire en het performanceproject ‘Me, Mother’ onderzoekt het digitale collectief MES welke impact zwangerschap en het moederschap hebben op het leven van vrouwelijke circusartiesten. In de onderstaande fragmenten uit interviews, die ook terug te vinden zijn in het archief van het project, vertellen drie vrouwen hoe het moederschap hun artistiek werk heeft beïnvloed.
CHARLOTTE MOONEY (VK): LIEVER VEILIG
“Jaren geleden zag ik een zwangere vrouw op een touw klimmen. Ze had een enorme buik en hield tijdens het klimmen het touw aan de zijkant ervan. Dat beeld is me altijd bijgebleven – het was zo’n sterk en prachtig beeld, sexy zelfs. En ik herinner me dat ik toen dacht: ik kan niet wachten tot ik zelf zo’n gigantische zwangere buik heb. Ik wilde een circusvoorstelling maken die dieper ingaat op vrouwelijkheid en kracht, en die het idee weerlegt dat zwanger zijn je zwak maakt.
Toen ik zwanger werd, ben ik blijven trainen tot ik drie of vier maanden ver was, en dat voelde prima aan. Maar naarmate mijn buik groter werd en de zwangerschap concreter werd, ook voor mezelf, en ik Ida in mij voelde bewegen, kwam ik erachter dat ik het lot niet wilde tarten. Dat verraste me enorm – ik had écht niet verwacht dat ik me zo zou voelen.
Het is een lastige kwestie. Als je zwanger bent, krijg je heel veel advies dat je beperkt in alles wat je doet, altijd vanuit het idee dat je maar beter op veilig kunt spelen. Zo vertelde ik aan mijn dokter dat het voor mij helemaal niet moeilijk is om mijn eigen lichaamsgewicht te heffen, ik hoef me daar helemaal niet voor te forceren. En het antwoord was dan ‘Nu ja, je zou dat wellicht wel kunnen doen, maar om veilig te zijn…’
Momenteel is er een beweging, vooral vanuit feministische hoek, die erop wijst dat er te veel beperkingen opgelegd worden aan zwangere vrouwen. Het zal áltijd beter zijn om op veilig te spelen, maar het is onredelijk om iemand zo’n lange tijd zó veel beperkingen op te leggen.
Het was wel gek… Toen ik stopte met trainen, was ik enerzijds een beetje teleurgesteld in mezelf. Ik wilde zo graag dat feministische icoon zijn dat zware fysieke activiteit blijft uitoefenen terwijl ze zwanger is om te tonen dat het mogelijk is, want ik wéét dat het kan, ik heb het anderen zien doen. Maar anderzijds was ik ook een beetje bang voor wat er mis kon lopen, en besefte ik ten volle dat ik 36 was en wellicht niet zó veel kansen meer zou krijgen.
Uiteraard ben ik weleens op een touw geklommen om te weten hoe het voelt, en op zeven maanden kon ik het nog altijd, maar ik had niet het gevoel dat ik het moest doen – en die voorstelling is er dus nooit gekomen.”
ALLUANA RIBEIRO (BRAZILIË / FRANKRIJK): DRIE VOOR DE PRIJS VAN TWEE
“De eerste drie maanden, we waren net begonnen aan onze straatshowtour, was ik zoals veel vrouwen echt ziek. Het reizen was het zwaarste – de luchthaven, de treinen – maar optreden zelf was oké want zodra ik bezig was, had ik er geen last meer van. Ik was echt ziek, maar ik was gelukkig helemaal niet moe, ik had bergen energie.
In het begin wist niemand het. Vanaf de vierde maand begonnen sommige mensen het te zien, maar in mijn kostuum viel het niet zo op. Ik denk dat het zo ongeveer in de vijfde maand was dat mensen het écht begonnen te zien. Ik probeerde het wel te verbergen. Het is circus, en het publiek kan dat niet aan. Mensen vragen altijd of je er zeker van bent dat het veilig is. Natuurlijk kan ik het, ik doe het omdat ik weet dat ik het kan. Ik wil geen slechte moeder zijn.
Toen mensen begonnen te merken dat ik zwanger was, zag ik ze wijzen. Ik zat dan bovenin de paal, en ik deed mijn best om alles extra traag te doen en naar hen te kijken, om hen te laten weten dat het geen probleem was. Ik voelde dat ze me een slechte moeder vonden, en dat ze het raar en gevaarlijk vonden wat ik deed.
En dus begonnen we de baby en mijn zwangerschap aan het publiek voor te stellen van bij het begin van de show. Het was een straatshow, dus dat was gemakkelijk. Dan zeiden we aan het begin van de show: “Normaal gezien zijn we met twee, maar vandaag, speciaal voor u… zijn we met drie!”
Op die manier kon het publiek er veel beter mee om. Aan het einde van de show kwamen er dan kinderen opgewonden vragen of er écht een baby in mijn buik zat?! Voor hen was het als een droom – het ideaal van de circusfamilie.
Ik ben uiteindelijk gestopt toen ik zeven maanden zwanger was. Naar het einde toe werd het steeds moeilijker, maar gelukkig was ik niet meer ziek en ik had nog steeds hopen energie. En optreden samen met je baby… dat is echt een heel fijn gevoel. We deden iets moois en iedereen was gelukkig. En we hadden grote hoeden op.”
REIJA TAPANINEN (FINLAND): NOT ME
“Ik had vooraf het idee dat een kind helemaal niet moeilijk zou zijn op werkgebied – dat het gewoon een deel van mijn leven zou worden, en dat het me niet zo verhinderen om iets te doen. [Lacht] Dat klopt dus niet! Ik dacht dat ik dat zou kunnen omdat ik het andere mensen had zien doen, en omdat ik mezelf zag als veerkrachtig en sterk, in staat om alles aan te kunnen.
Ik weet nog dat we van het ziekenhuis terug naar huis wandelden. Ze zeggen dat je best met de auto of een taxi gaat, maar we woonden vlakbij en ik voelde me goed. De verpleegster keek wantrouwig, maar ik zei dat ik zeker wist dat ik alleen naar huis kon wandelen. Ongeveer halverwege wist ik waar ze het over hadden: ik voelde mijn heupen niet meer. Mijn spieren waren al moe, gewoon van te wandelen. Mijn buikspieren lagen helemaal in de knoop.
Een paar dagen later vertelde ik aan vrienden die al een baby hadden, dat ik niet had gedacht dat het slaapgebrek zo snel zo zwaar zou wegen. Ik verwachtte dat pas na een maand of zes, maar na amper enkele dagen zonder slaap zat ik er al helemaal door.
Ik zat met mijn dochtertje opgesloten in huis, was de hele tijd borstvoeding aan het geven, en dacht aan niets anders meer dan dat zij er was, en hoe ik haar gelukkig kon maken. Ik werd er echt gestrest van: ik wist niet hoe ik met haar moest omgaan, ik wist niet eens meer hoe ik mezelf moest zijn. Ik had het gevoel dat ik mezelf niet meer was, ik kende die persoon niet die daar op de bank zat.
Ik had het gevoel dat ik nog maar een paar jaar een artiest was geweest, en dat het nu allemaal voorbij zou zijn. Ik had vrienden met gewone jobs die baby’s kregen, en ik wist wel dat die het ook moeilijk hadden, maar het leek alsof het voor hen niet zó hard aankwam.
Het voelde alsof ik doodging. Voor hen was ‘moeder zijn’ gewoon een deel van wie ze waren, een natuurlijk deel van hun leven. Voor mij voelde het aan alsof ik mijn passie niet meer zou kunnen volgen. Ik was dood. Maar dat gevoel hield ik diep verborgen, dat kon ik met niemand delen.
Later werd het beter. Vanaf drie maanden was het al een beetje beter, en vanaf zes maanden dacht ik oké, ik zie het licht aan het einde van de tunnel. Na veertien maanden voelde het echt goed aan, en nu is het helemaal in orde. Ik heb de tijd en de ruimte om te doen wat ik graag wil doen – misschien niet zo veel als ik zou willen, maar ik héb het wel.
Het is dus wel degelijk goed gekomen, maar het werd pas beter zodra ik opnieuw wat tijd voor mezelf kon nemen.”
>> Het project ‘Me, Mother’ is een productie van MES. De bovenstaande teksten zijn fragmenten uit de interviews die werden afgenomen voor het online archief. www.memother.com