>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #40 (september 2014)
>> Auteur: de redactie
>> Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be
Laat ons eens een Flairquiz maken, dacht de redactie van CircusMagazine aan het begin van de zomer. Over jou met name, de trouwe bezoeker van circusfestivals in binnen- en buitenland. Het waterdicht concept: je beantwoordt alle vragen (slechts één antwoordoptie mogelijk) en je rekent hier uit welke score je haalt. Vervolgens weet je tot welke van de zes circustypes je behoort. Succes!
1. Je gaat naar een circusfestival en je neemt mee:
a. Je plooistoeltje
b. Je lievelingssneakers
c. Je kinderen
d. Je hond
e. Je lievelingskleinkind
f. Je boek
2. Je bladert door het programmaboekje en je checkt eerst en vooral:
a. Waar de toiletten zijn
b. Welke voorstellingen je zeker wel en zeker niet wil zien, om hoe laat ze spelen en welk optimaal parcours je kan afleggen
c. Welke app je kan downloaden om het programma op je smartphone te raadplegen
d. De begeleidende tekstjes
e. In welke voorstellingen er clowns voorkomen
f. Je hebt geen programmaboekje
3. Een goeie voorstelling:
a. Bevat dieren (of de illusie dat er dieren in meespelen)
b. Bevat vuur
c. Roept meer vragen op dan antwoorden
d. Heeft een duidelijke verhaallijn en mooie spanningsboog
e. Bevat grensverleggende technische hoogstandjes
f. Houdt de kinderen een uurtje bezig
4. Je grootste ergernissen op een circusfestival zijn:
a. Honden niet toegelaten
b. Te veel oude mensen, te veel kinderen, te veel sfeer
c. Te weinig sfeer, geen circustenten
d. Te lange wachtrijen, geen gratis toilet
e. Zelf niet mogen optreden met de hoed
f. Voorstellingen die niet op tijd beginnen
5. Het begint plots te regenen, wat doe je?
a. Ik blijf zitten onder mijn grote paraplu
b. Ik zoek mijn kinderen, stap in de auto en rij naar huis
c. Ik ga in ondergoed op het kletsnatte podium buiksurfen
d. Geen probleem, ik kijk toch alleen naar indoorvoorstellingen
e. Geen probleem, ik stond toch al onder een circustent
f. Ik doe een regendans (en ondertussen worden mijn kleren nog eens gewassen)
6. De artiesten vragen een vrijwilliger uit het publiek:
a. Eindelijk, ik baan me meteen een weg door de mensenzee richting podium
b. Ik begin koortsachtig in mijn programmaboekje te bladeren zodat ze mij zeker niet kiezen
c. Al dat participatief gedoe: awoe
d. Hopelijk is het iets met vuur
e. Ik neem de arm van mijn partner en steek die de lucht in
f. Vroeger, op het dorpsplein, was de interactie veel beter
7. Van circus krijg je honger, ook als toeschouwer. Wat eet jij op een festival?
a. We picknicken ergens op het gras
b. Ik trek naar een snackkraam of lokale kebabzaak
c. Tussen twee voorstellingen door eten we in een lekker bistrootje, vorige week gereserveerd
d. Ik heb altijd een suikervrije mueslireep in mijn tas
e. Tussen twee voorstellingen door eet ik mijn op voorhand gesmeerde en in zilverpapier gewikkelde sandwiches
f. Ik glip dankzij een bevriende artiest de artiestencatering binnen, de restjes geef ik aan mijn hond
8. Jouw topmoment op een festival:
a. Maten tegenkomen en tot een stuk in de nacht Cara-pilsjes drinken
b. Het diepzinnige gesprek met die razend interessante Scandinavische artiest
c. Die tripel salto met dubbele flip aan het Koreaans kader
d. Het festivalterrein naderen en al die circustenten, woonwagens en camions zien blinken in de zon
e. Het afchecken van voorstellingen in je programmaboekje: hupla, weer eentje gezien
f. Kinderen in bed, neerploffen in de canapé, kijken naar Thuis
9. Jouw favoriete lectuur:
a. Mijn Franstalig boek over l’écriture du cirque
b. Ik lees zo weinig mogelijk
c. Ik heb altijd de Flair mee
d. CircusMagazine
e. Het meest recente fotoboek van Circus Ronaldo
f. Ik bekijk Youtube-filmpjes op mijn smartphone
10. Jouw favoriete circusfestival:
a. Rotterdam Circusstad
b. Circusfestival van Monte Carlo
c. Theater op de Markt
d. CIRCa Festival in Auch
e. Zo dicht mogelijk bij huis
f. Zo gratis mogelijk
>> Reken hier uit hoeveel punten je haalt en welk circustype je onherroepelijk bent