>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #36 (september 2013). Voor overname: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Koen Allary
Ik ben op de sukkel, lichamelijk dan. Ik heb mijn voet gebroken half juni en ben bezig met een lijdensweg van open gips met krukken, gesloten gips, uit de gips, terug in de gips, terug uit de gips, stressfacturen aan tenen, daarbij nog een gebroken teen. Een poes heeft de morgen na de laatste gips verschillende malen in dezelfde voet gebeten met een zware infectie tot gevolg… wordt dus vervolgd.
Ik word er echt ambetant van. Meer nog, ik word er een ambetanterik van. Ik ben blijkbaar niet te pruimen. Mijn lichaam gebruik ik doorgaans voor mijn basisbehoeften. Ik hang niet aan een trapeze, doe geen bascule of ben absoluut geen acrobaat. En dan denk ik aan jullie, circusartiesten en beoefenaars op welk niveau ook. Het moet verschrikkelijk zijn om geblesseerd of ziek te zijn, niet te kunnen doen wat je wil doen en zelfs een discipline te moeten laten vallen. Respect voor jullie doorzettingsvermogen.
Ik heb dus de laatste tijd gips genoeg gezien en op mijn eerste werkdag na het verlof zie ik op het bureau van een collega een gipsen beeldje staan dat sprekend op Fabien Audooren van MiramirO lijkt. Inderdaad, het is Fabien die deze zomer op pensioen vertrokken is. Na Marc Celis van Theater op de Markt terug een generatiewissel, terug een pionier die de fakkel doorgeeft aan een jongere generatie. Fabien was een consequent pleitbezorger van straattheater of kunsten in de publieke ruimte met ergens een vleugje anarchistisch aroma van mei ‘68. Respect voor Fabien.
Het aroma van mei ‘68 kwam ik deze zomer tegen in een onooglijk gat in Zuid-Frankrijk. Enkele gedreven jonge mensen hadden er in een veld met wat leegstaande gebouwen er rond, een circusfestivalletje georganiseerd met twee betaalde professionele gezelschappen en veel vrijwillige artiesten. Er was een oproep om de dag te starten met een gezamenlijk picknick en de mensen uit de streek waren er. Iedereen praatte met iedereen, er was een ongedwongen vrije sfeer, de optredens waren goed en alles had een doel: de streek verenigen rond het idee om in de vrije gebouwen een circuswerkplaats te starten om dan met een gemeenschappelijk front de politici te bespelen. Misschien moeten we dit in Vlaanderen ook meer doen, terug naar de basis. Terug denken aan hetgeen circus werkelijk voor staat: een warme gemeenschap.
En dan vind ik het raar dat internationale collega’s bezwaren hebben om bijvoorbeeld de zetel van een internationaal netwerk in Kroatië te vestigen ‘want dat staat toch niet zo goed.’ En dan vind ik het raar dat Compagnie Pol & Freddy te horen krijgt dat de Franse naam van hun voorstelling met dan nog het woord ‘Belgique’ erin niet echt gepast is. Ik snap het allemaal niet zo goed meer. Waar is ons vermogen tot relativeren? Waar is ons gevoel voor humor?
Mijn gips werkte echt op mijn zenuwen. Maar ik had er een bout en een moer op gekleefd en zei tegen iedereen dat er een spil in mijn been zat na gevallen te zijn met mijn Harley. De opgewekte verbazing verlichtte mijn pijn.