>> Dit artikel verscheen in CircusMagazine #33 (december 2012). Voor overname artikel: contacteer maarten[at]circuscentrum.be.
>> Auteur: Dirk Smets
Op een mooie lentedag klopte Zonzo Compagnie aan bij An Pierlé. Met de vraag ‘of ze iets met kinderen wilde doen’. Daar moest ze geen twee keer over nadenken. Dat was het startschot voor een productie samen met jonge artiesten van Circusplaneet. Het leverde poëtische voorstellingen op tijdens Big Bang in de Brusselse Bozar en het muzikale jeugdfestival Oorsmeer in de Gentse Handelsbeurs.
Wat sprak je aan in het voorstel?
An Pierlé: “Als stadscomponiste wil ik sowieso iets doen voor verschillende bevolkingsgroepen. En ik had al lang zin in een productie met en voor kindjes. Op de opendeurdagen van de Circusplaneet zag ik direct: dit is het. Al hadden we wel wat ‘aankleding’ nodig. Daarom hebben we extra aandacht besteed aan make-up en kostuums. We haalden er ook een uitstekende choreograaf bij, Randi de Vlieghe, die gewoon is met jongeren te werken. Die combinatie heeft uitstekend gewerkt.”
Hoe hebben jullie dat aangepakt?
“Wel, samen met Fulco Ottervanger en Wim Segers heb ik op voorhand de muziek gecomponeerd. We hadden echt geen tijd om alles eerst uit te testen met de kinderen. In het begin van de repetities moesten ze dan ook erg wennen aan de muziek, het ritme daarvan. Maar na een tijd begonnen ze dat goed aan te voelen, zaten ze ermee in hun hoofd, wachtten ze met hun bewegingen tot het juiste muzikale moment. En bij de laatste voorstellingen begon ik ook meer te improviseren, inspelend op wat ik bij hen zag.”
Voldeed het niveau van de jeugdige artiesten?
“Wat me op die opendeurdag opviel, was dat deze kinderen al het een en het ander kunnen. Al moest het voor mij niet té technisch zijn. Ik vind de poëzie van een act belangrijker. Iemand die iets niet durft, kan veel mooier zijn dan iemand die veel te technisch zijn ‘oefening’ brengt. Oké, om circusnummers onder de knie te krijgen, moet er veel getraind worden. Maar voor een voorstelling vind ik dat een minder interessant uitgangspunt. De kinderen moesten vooral uitstraling hebben, dat was een belangrijk selectiecriterium. Niet dat er een echt verhaal inzat, maar wel iets theatraals. Die oude kant van het circus vind ik tof, de sfeer, minder het puur technische.”
Welke circustechnieken zaten er in de voorstelling?
“Er was de trapeze, doeken, ballen, tonnen, … Zelf heb ik me beperkt tot wat evenwichtsoefeningen op mijn zitbal. (lacht) Mocht er meer tijd zijn geweest, had ik ook wel wat geprobeerd, maar dat ging nu echt niet. De hele voorstelling is in één intense week ineen gestoken, wat ongelofelijk straf was. Los van de muziek dan, die hadden we op voorhand geschreven, met wat ideeën in ons hoofd. Zo wilden we graag iets in de hoogte, dat is altijd spannend omwille van het risico, het gevaar. Daar hielden we dan rekening mee voor de muziek. We bouwden ook dromerige momenten in, én een wow-liedje. Daarna creëerden we samen met de jonge artiesten de acts. Niet dat alles uitdraaide zoals voorzien. Koorddansen op grotere hoogte ging niet met kinderen van deze leeftijd. Op dertig centimeter wel, maar dat vonden we niet spectaculair genoeg. De doeken daarentegen, die gaven wel een geweldig spektakel, dat was echt wat het moest zijn.”
Je was tevreden over het eindresultaat?
“Awel, ik had er me bewust niet te veel van voorgesteld. Omdat ik niet wist wat ik moest verwachten, en omdat er weinig tijd was ook. Maar ik dacht wel: als de muziek helemaal juist zit, en de make-up en kostuums zijn top, dan krijg ik er wel een mooi poëtisch gevoel in. Dat doet heel veel, het draait om perceptie. En dat is erg goed gelukt. Ik merkte het aan de kleinste toeschouwers: die zaten de hele tijd stil en met open mond naar ons te kijken. Ja, het was eigenlijk een zeer groot succes.” (lacht)
Wat vond je van het circus toen je zelf nog een kind was?
“Wel, we gingen niet zo vaak. Maar ik vond het wel spectaculair, natuurlijk. Op de muziek lette ik absoluut niet, dat was toch altijd hetzelfde tarataratata! Ik was nogal lenig, en thuis deed ik dat dan allemaal na. Circus is zo fascinerend. Kindjes van vrienden zijn naar de voorstelling komen kijken, en ze hebben er een uur over verteld. Dat komt ook doordat kinderen het uitvoerden denk ik, daardoor staan ze er dichter bij. Dat maakte het ook zo boeiend, de leefwereld van kinderen is anders dan de onze, een voorstelling samen met volwassenen krijgt daardoor een extra dimensie.”